Hieronder kun je meer lezen over de kandidaten voor de Publieksprijs en de Expertprijs van de Big Brother Awards 2014. De winnaars werden op 16 december bekend gemaakt tijdens de awardceremonie in de Stadsschouwburg Amsterdam.
De genomineerden:
-
Nominaties Publieksprijs
Ivo Opstelten [Winnaar]
Vanwege het in stand houden van de bewaarplicht, het doorzetten van zijn hackplannen, het massaal willen opslaan van kenteken- en locatiegegevens, het structureel negeren van privacybezwaren en het verdacht maken van alle Nederlanders.
Minister Opstelten stevent af op een record: de minister maakt voor de derde keer in vier jaar tijd kans om een Big Brother Award mee naar huis te nemen.
De rode draad in de motivatie voor de nominaties van de minister is het feit dat hij zijn inbreukmakende plannen stug doorzet en daarbij zorgen van experts en kamerleden en zelfs grondwettelijke bezwaren naast zich neerlegt. Ook maakt het publiek zich zorgen om de opmerking van Opstelten dat de opslag van gegevens van alle burgers noodzakelijk is, omdat er vooraf geen onderscheid gemaakt kan worden tussen verdacht en niet-verdacht.
Opstelten is genomineerd vanwege het in stand houden van de bewaarplicht, terwijl hij zelf erkent dat deze in strijd is met Europese mensenrechtenverdragen, en dus de Grondwet. Hij is verder genomineerd voor het doorzetten van zijn hackplannen, ondanks bezwaren van onder andere het College Bescherming Persoonsgegevens en voor het langer willen opslaan van kenteken- en locatiegegevens die zijn verzameld door ANPR-camera’s. Tot slot dankt hij zijn nominatie aan het rechtvaardigen van onrechtmatige opsporingsbevoegdheden in de Blackshades-zaak.De Belastingdienst
Vanwege de schijnbaar ongelimiteerde honger naar informatie over Nederlandse burgers.
Vorig jaar won de Belastingdienst al een Expertprijs voor het opvragen van
kentekengegevens, dit jaar komt daar een nominatie van het publiek bij. In een
jaar tijd is duidelijk geworden dat de verzamelwoede van de Belastingdienst
zich niet beperkt tot kentekengegevens. Het Nederlandse publiek maakt zich
ernstig zorgen om de vergaande bevoegdheden van de Belastingambtenaren
om gegevens van burgers te verzamelen.
In een aantal nominaties wordt online nieuwsmedium De Correspondent
geciteerd: “De Belastingdienst is de grootste informatiefabriek in Nederland.
Het is niet overdreven om te stellen dat het bijna alles weet over iedere
Nederlandse belastingbetaler.” En als het aan verantwoordelijk staatssecretaris
Wiebes ligt, wordt er bovendien meer geïnvesteerd in ‘de verdere kwantitatieve
ontwikkeling van het gebruik van intelligence in de handhaving’. De datahonger
van de Belastingdienst lijkt dus alleen nog maar groter te worden.Lodewijk Asscher
Vanwege het invoeren van SyRI: een systeem dat enorme hoeveelheden gegevens aan elkaar knoopt om burgers door te lichten.
Wat is er gebeurd met privacyvoorvechter Lodewijk Asscher? Van 2002 tot 2004 zat deze minister nog in de jury van de Big Brother Awards, nu is hij zelf genomineerd.
Minister Asscher is genomineerd vanwege zijn voorstel voor SyRI: het systeem dat een enorme hoeveelheid gegevens van burgers aan elkaar knoopt en analyseert om potentiële fraudeurs op te sporen. Volgens de wet gaat het hierbij om: arbeidsgegevens, boetes en sancties, fiscale gegevens, gegevens roerende en onroerende goederen, handelsgegevens, huisvestingsgegevens, identificerende gegevens, inburgeringsgegevens, nalevingsgegevens, onderwijsgegevens, pensioengegevens, reïntegratiegegevens, schuldenlastgegevens, uitkerings-, toeslagen- en subsidiegegevens, vergunningen en ontheffingen, zorgverzekeringsgegevens. De minister voerde de wet door, ondanks een vernietigend oordeel van de Raad van State. Die schrijft: ‘Er [is] nauwelijks een persoonsgegeven te bedenken dat niet voor verwerking in aanmerking komt. De opsomming lijkt niet bedoeld om in te perken, maar om zoveel mogelijk armslag te hebben.’ In de woorden van de minister zelf: ‘De mogelijkheden van gegevensuitwisseling moeten optimaal worden benut.’. Dat Asscher de privacybezwaren hiervan naast zich neerlegt is volgens het publiek genoeg reden voor een nominatie. -
Nominaties Expertprijs
De Nederlandse Scholen [Winnaar]
“Vroeger ging je naar school om te studeren, nu om bestudeerd te worden.”
De directe aanleiding voor deze nominatie is het nieuws dat scholen op grote schaal gegevens van kinderen uitwisselen met uitgevers van lesmateriaal. Dat is op zich al een nominatie waard, maar zowel de experts als Bits of Freedom willen deze nominatie aangrijpen om een breder probleem aan te kaarten. Van kinderen die anno 2014 opgroeien, wordt meer informatie verzameld, opgeslagen en geanalyseerd dan ooit. Gegevens over gezondheid, leerprestaties, gedrag en zelfs seksuele activiteiten, sociale problemen en het inkomen van de ouders worden van de geboorte tot ver na de middelbare school verzameld en tot ruim 30 jaar bewaard.
Er zijn tal van verantwoordelijken aan te wijzen voor deze grootschalige monitoring van kinderen, van ministers tot commerciële partijen, maar we sluiten ons graag aan bij columnist Maxim Februari die in zijn nominatie terecht stelt dat scholen hier een grote verantwoordelijkheid laten liggen. “Scholen zouden een veilige omgeving moeten bieden. Maar de talloze gegevensstromen hebben hun bron juist op de scholen, die daarmee allang geen veilige plek meer zijn.” Sterker nog: er wordt geëxperimenteerd met het monitoren van het internetgedrag van leerlingen en digitale infrastructuur wordt uitbesteed aan bedrijven met een bedenkelijke reputatie op privacygebied.
Kinderen hebben recht op ruimte om te experimenteren, hun mening te vormen en fouten te maken. Scholen moeten als geen ander het belang van die vrijheid inzien en deze actief willen beschermen. Juist als de overheid en commerciële partijen uit controledrang of financiële motieven azen op gegevens van kinderen. “Er groeit een generatie op die over decennia nog kan worden aangesproken op taalproblemen op de basisschool of intiem gedrag voor de webcam als dertienjarige”, waarschuwt Februari.
Het eID Stelsel
Megaproject schuift fundamentele privacybezwaren te makkelijk opzij.
De Nederlandse overheid werkt samen met het bedrijfsleven aan het zogenaamde eID, een digitaal identiteitsbewijs waarvan het de bedoeling is dat we het straks allemaal gebruiken als authenticatie bij contact met de overheid, internetbankieren, online shoppen en mogelijk nog veel meer diensten. Het eID is een mega-IT-project met fundamentele privacybezwaren en een lading stakeholders uit overheid en bedrijfsleven. Kortom: alle ingrediënten voor een privacyramp.
De experts maken zich zorgen over de centrale opslag van authenticatiegegevens, de beveiligingsproblemen, de toegang van de politie tot informatie en het ongedaan maken van anonimisering door opsporingsdiensten om fraude op te sporen. Juist deze onderwerpen zijn buiten beschouwing gelaten in een zogenaamd Privacy Impact Assessment (PIA). “Hoe kun je in vredesnaam een PIA maken, als je gecentraliseerde structuur en toegang daartoe door de politie geen onderdeel ervan laat uitmaken?” vraagt Axel Arnbak, onderzoeker bij het Instituut voor Informatierecht, zich terecht af. “De OV-chipkaart en het biometrische paspoort maakten precies dezelfde fout. Een privacy impact assessment is juist bedoeld om privacy- en beveiligingsfouten in een vroeg stadium te adresseren. De centralisatie van informatie creëert bovendien een schatkist voor cybercriminelen en de NSA.”
Het feit dat het stelsel vanaf het begin samen met private partijen wordt vormgegeven, vergroot onze zorgen alleen maar. Zo krijgen bedrijven de mogelijkheid om versleuteling ongedaan te maken om fraude op te kunnen sporen. Het eID leunt verder sterk op het vertrouwen in private partijen als zogenoemde authenticatie-autoriteiten. Facebook en Google zullen ongetwijfeld al in de startblokken staan om zichzelf als authenticatiedienst te positioneren binnen het stelsel. Het eID staat bovendien op het punt een nieuwe fase in te gaan, waarin een belangrijk principe als privacy-by-design volledig wordt verlaten. Volgens de documenten omdat de technische uitwerking hiervan voor de betrokkenen “een brug te ver is”. Die instelling legt precies de vinger op de zere plek: grondrechten moet je niet parkeren omdat het een te ingewikkeld vraagstuk is.
Bouwmarkten in de omgeving Ede
Koop een schroevendraaier en krijg een politiecontrole cadeau.
Wie in een van de 14 bouwmarkten in Ede, Wageningen, Barneveld en Veenendaal een koevoet of een grote schroevendraaier koopt, wordt bekeken door de plaatselijke politie. De Bouwmarkten, waaronder de Praxis en de Gamma, laten de politie vrijwillig meekijken met camerabeelden van personen die “verdacht gereedschap” kopen. Dat het overgrote deel van hun klanten het gereedschap koopt voor niet-criminele doeleinden maakt de bouwmarkten blijkbaar niet uit. “Als we zo gaan beginnen, dan heb ik nog wel een paar tips van andere zaken waar de politie eens scherper op moet gaan letten.” zegt Jaap-Henk Hoepman in zijn motivatie. “Bijvoorbeeld: creditcards, pennen, computers…”.
De politie doet het opvragen van camerabeelden van onschuldige klanten af met: ‘Wie niet bekendstaat als crimineel heeft niets te vrezen’. Die manier van denken kan tegenwoordig echt niet meer door de beugel. Zelfs minister Plasterk en staatssecretaris Teeven namen onlangs nog afstand van de opvatting “wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen”. Het begluren van mensen is een privacy-inbreuk. Punt.
Dat de politie zo makkelijk over privacy-bezwaren heen stapt is al erg genoeg, maar dat de bouwmarkten hier vrijwillig aan meewerken, vinden we extra kwalijk. Een bedrijf met iets meer zorg voor de privacy van haar klanten had de politie gevraagd terug te komen met een rechterlijk bevel, of minstens met een degelijke onderbouwing. Want los van de privacy-inbreuk, valt ook op de noodzaak en effectiviteit van het plan het nodige af te dingen. Expert Jaap-Henk Hoepman haalt Ybo Buruma, rechter bij de Hoge Raad, aan: “Men zoekt niet de dader van een bekende inbraak, maar de daden van een bekende inbreker.”